Workshops

  1. GraphoGame: Serious gaming als interventie maar ook als diagnostisch instrument bij vroege leesproblemen
    Wim Tops, Toivo Glatz & Ben Maassen, Rijksuniversiteit Groningen

    Het aanvankelijk lezen bij kinderen verloopt heel divers, maar het leesonderwijs is nog sterk gestandaardiseerd. Serious gaming is een technologisch hulpmiddel dat een krachtige, flexibele en adaptieve leeromgeving kan bieden en daarmee een geïndividualiseerde en dynamische interventie van vroege leesproblemen. Aan de RUG werd een Nederlandstalige versie van het succesvolle spel GraphoGame gecreëerd. Het spel is gebaseerd op principes van game-based learning (aantrekkelijk én leerzaam) en bedoeld voor kinderen in het eerste leerjaar die beginnen met leren lezen. Er werd een pilootstudie uitgevoerd naar de effectiviteit van het spel zowel in Nederland als in België.

  2. "Co & co samen voor de klas: een meerwaarde? “
    Annemie Jennes

    In de media horen we meer en meer positieve geluiden over co-teaching: twee leerkrachten samen voor de klas. Maar wat houdt dit concreet in? Hoe doe je dat: met twee voor een klas staan? In deze werkgroep bespreken we verschillende modellen van co-teaching, gebaseerd op het werk van Dian Fluijt, en staan we stil bij noodzakelijke randvoorwaarden, succesfactoren en valkuilen. Ook delen we ervaringen van het pre-waarborgproject waarin voor een “inclusieve vorm” van co-teaching werd gekozen: een leerkracht van het gewoon basisonderwijs en een leerkracht of paramedicus van het buitengewoon basisonderwijs waren samen verantwoordelijk voor een klasgroep. Ook benieuwd wat er in de koffer van Co & Co zit?

  3. Expliciete Directe instructie (EDI)
    Pedagogische BegeleidingsDienst (PBD) OVSG

    Instructie is het krachtigste instrument van de leraar. Toch is het niet vaak onderwerp van gesprek. In deze workshop zoomen we in op EDI of Expliciete Directe Instructie. Deze aanpak verhoogt de leseffectiviteit en zorgt voor succeservaringen en betere leerprestaties bij alle leerlingen.

  4. UDL of universeel ontwerp voor leren: wat als elk kind anders leert?
    Mieke Meirsschaut

    Leerkrachten proberen hun leermaterialen en lessen zorgzaam af te stemmen op de specifieke onderwijsbehoeften van elk individueel kind. Wat als steeds meer kinderen aanpassingen nodig hebben? Kan je redelijke aanpassingen zo ontwerpen dat ze niet één, maar meerdere leerlingen ten goede komen? In deze sessie maken we werk van Universal Design for Learning (UDL). We zoeken uit hoe we leermaterialen, lessen en de bredere klas- en schoolwerking universeler kunnen ontwerpen.

  5. Lezergame
    Martine Ceyssens

    Wat doe je met kinderen die vastlopen in het aanvankelijk leesproces? Het begint vaak al met de automatisatie van de letterkennis of de auditieve synthese. Nadien lukken de clusterwoorden niet of hebben ze moeite met meerlettergrepige woorden wat leidt tot heel wat frustraties. Daarom is het belangrijk dat kinderen de kans krijgen om te automatiseren. Concreet betekent dit dat er voldoende materiaal voorhanden moet zijn op elk niveau en dat de tussenstappen klein genoeg moeten zijn. Met dit in het achterhoofd werd Lezergame ontwikkeld. Deze gestructureerde methode is opgebouwd uit 3 trajecten (letterniveau/ éénlettergrepige woorden/meerlettergrepige woorden) waarbij elk traject bestaat uit een app, leesblaadjes en leesboekjes. De bedoeling van deze sessie is om te kijken welke voorwaarden belangrijk zijn om tot lezen te komen en hoe je dit toepast in de klaspraktijk of in een therapeutische setting adhv Lezergame. Via één of meerdere casussen krijg je ook de kans om gericht te leren kijken op welk niveau het kind uitvalt en hoe je hier best een begeleidingsplan aan koppelt…

  6. Effectief onderwijs in begrijpend lezen anno 2017: UDL, maar ook maatwerk…
    Christel Van Vreckem

    Een gelezen tekst begrijpen is één van de meest complexe vaardigheden. Er zijn dan ook heel wat kinderen die het moeilijk hebben met begrijpend lezen. Dit blijkt ook uit de volgende cijfers: 9% van de kinderen uit de lagere school behaalt volgens de Peiling ‘lezen en luisteren’ (2013) de eindtermen niet. Deze kinderen hebben vooral problemen met het leggen van verbanden. In deze sessie staan we stil bij wat goed begrijpend leesonderwijs is voor alle kinderen. De leerkracht kiest de juiste vragen en opdrachten en geeft de juiste instructies en feedback op maat van de kinderen. We formuleren en bespreken vragen bij een tekst en geven voorbeelden van goede instructies en feedback. We werken daarnaast met 1 of meerdere korte casussen om het belang van maatwerk te illustreren, naast de UDL-principes.

  7. Prodia@work
    Prodia-team

    Het project ‘Protocollering van diagnostiek’ ontwikkelt handelingsgerichte diagnostische protocollen voor alle CLB-teams, leerkrachten, zorgteams, cellen leerlingenbegeleiding in Vlaanderen en Brussel. Aan de hand van de website www.prodiagnostiek.be lichten we kort het project toe. Daarna nemen we jullie mee in het protocol Lees- en spellingproblemen & dyslexie en het protocol Wiskundeproblemen & dyscalculie.

  8. Fase 0 van de interventie, de psycho-educatie: inhouden, werkvormen en effectiviteit
    Dieter Baeyens

    Diverse (inter)nationale richtlijnen schrijven psycho-educatie voor als noodzakelijk beginpunt in de behandeling van leer- en gedragsproblemen. Hoewel dit (intuïtief) een logische aanname lijkt, gebeurde er tot op heden relatief weinig onderzoek naar de effectiviteit van inhouden en werkvormen van psycho-educatie binnen één en dezelfde problematiek. In deze workshop brengen we de beschikbare evidentie over psycho-educatie bij diverse leer- en gedragsproblemen samen en beantwoorden hiermee onder andere volgende vragen: Welke inhouden (bv. prognose, interventiemogelijkheden) moeten aan bod komen opdat psycho-educatie zijn effect niet zou missen? Wordt psycho-educatie best in groep of individueel aangeboden? Op welke personen in de context van het kind richt psycho-educatie zich bij voorkeur? Volstaat een eenmalige psycho-educatiesessie? Deelnemers aan de workshop worden aangezet om deze inzichten toe te passen op hun eigen hulpverleningsactiviteiten.