De gesubsidieerde vrije basisschool “De Omnibus” (Tielen)

Integratie zorg in de dagelijkse klaspraktijk

Zorg komt niet naast het leren en leven in de school maar is een vast onderdeel van elke les, van elk moment van ieder kind op school.


De vrije basisschool ‘de omnibus’ ligt in de landelijke gemeente Tielen, deelgemeente van Kasterlee. We zijn een relatief kleine school, 315 leerlingen. Met de ons toebedeelde zorgpunten en met nog aanvullende uren uit het lestijdenpakket kunnen we beroep doen op één voltijdse zorgcoördinator voor de hele school. Dit maakt dat we als school zeer doordacht omgaan met zorg. Door het M-decreet, de veranderende maatschappij en onze eigen kijk op kinderen zagen we diversiteit als uitdaging om ieder kind voldoende groeikansen te geven. Dit zowel op cognitief, sociaal als op emotioneel vlak. Zoveel mogelijk kinderen, zoveel mogelijk bijbrengen op alle gebieden van hun ontwikkeling zette ons aan het denken om de ‘klassieke’ schoolorganisatie te wijzigen..

We deden expertise op in een Daltonschool te Limburg, een school nabij Turnhout waarbij er aan co-teaching gedaan werd, lazen verschillende literatuur, deden nascholingen en zo kwamen wij aan deze organisatie.
Twee parallelleerkrachten uit het vierde leerjaar besloten om de verantwoordelijkheid over de twee klassen heen te delen. Er worden wekelijks wisselende heterogene groepjes gevormd die drie dagen per week tijdens de voormiddag in hoeken werken, verspreid over twee klaslokalen. De leerkrachten nemen om beurten de uitwerking van een onderdeel op zich. Ze zorgen ervoor dat ze om beurt wekelijks verantwoordelijk zijn voor een aantal vakken. Dit kiezen ze bewust zodat ze de leerlingen allebei kunnen volgen op elk leergebied.
Er wordt gestart met een gezamenlijke instructie waarbij er zorgtijd vrij komt bij de andere leerkracht. Het grote voordeel naar zorg toe is dat de leerkrachten in kleine groepjes opnieuw iets kunnen uitleggen, kunnen remediëren of een coachend leergesprek kunnen voeren. De leerlingen krijgen ook onmiddellijke feedback en weten tijdens het oefenmoment wat hun volgend leerdoel is. Er is mogelijkheid om te differentiëren naar de verschillende noden van de kinderen. Actief leren, betrokkenheid, zelfstandigheid, samenwerken, afwisseling, gebruik van materiaal… zijn allemaal positieve kenmerken van het werken met dit systeem. Kinderen aan het woord, hier (kind 5.6.7.8)


Zelfstandig kunnen werken, verantwoordelijkheid, werkhouding, zelfsturing is in de school een specifiek werkpunt geweest gedurende de afgelopen jaren. De leerlingen moeten bij deze opstelling na een instructie zelfstandig kunnen starten, elkaar kunnen verder helpen, hun werk kunnen nakijken, zelfstandig weten waar en welke hulpmiddelen ze kunnen gebruiken… Zelfstandig werken moet ook aangeleerd worden en de leerkrachten investeren hier in. Zo geloven we dat de leerlingen meer eigenaar worden van hun eigen leerproces. Ze nemen hun eigen leren in handen en stellen persoonlijke doelen. Kinderen aan het woord, hier (kind 1+3+4)

Brede basiszorg

Door het creëren van zorgmomenten (gezamenlijk instructiemoment/lessen geven aan de grote groep) en het werken in kleine groepen is de brede basiszorg in deze klassen sterk uitgewerkt.. De twee leerkrachten kunnen ook steeds voor een leerling met elkaar in overleg gaan. Ze kennen allebei de leerling en kunnen samen naar oplossingen zoeken.

Verhoogde zorg

Elke trimester worden de leerlingen besproken met de zorgcoördinator en de directeur. Kinderen die meer zorg nodig hebben worden nog opgevolgd door de zorgcoördinator. Dit gaat vaak over kinderen met socio- emotionele problemen zoals faalangst, verdriet na een echtscheiding van ouders… Het welbevinden van kinderen bij het naar school gaan is zeer belangrijk. Ook kinderen die niet meer kunnen aansluiten bij het algemeen curriculum krijgen aangepaste oefeningen, pré-teaching, extra begeleiding… van de zorgleerkracht waarmee ze in de klas aan de slag kunnen.

Uitbreiding van zorg

Elke maand heeft de school ook overleg met het CLB. Hier bespreken we kinderen met meer of specifieke zorgnoden. We hebben buiten onze vooraf vastgelegde data voor oudercontacten ook veel bijkomende overlegmomenten met alle betrokken partijen (leerkracht, ouders, kinesist, logopedist…).

Meer mogelijkheden om te differentiëren

Zijn er dan geen nadelen? Zeker bij de start vraagt het van leerkrachten heel veel overleg. Leerkrachten moeten elkaar leren kennen. Ze moeten duidelijke afspraken maken en ook de talenten van iedere persoon aan bod laten komen. We zien in onze school dat er steeds meer leerjaren deze werkvorm ook toepassen in hun klas. Sommige leerkrachten zetten kleine stapjes, andere volgen het voorbeeld van de trekkers van het vierde leerjaar. Dit vraagt om een veranderende mindset van leerkrachten. Ze moeten durven kijken naar ieders kracht.
De ultieme droom van het vierde leerjaar is de dag van vandaag een open, groot klaslokaal waar ze met hun 38 kinderen aan de slag kunnen gaan en ieder op zijn niveau kunnen onderwijzen.
Onze leerkrachten willen niet meer terug naar de ‘klassieke’ frontale klas. Ze zijn in de loop van de jaren sterk naar elkaar toe gegroeid, ze kennen elkaar, ze kennen de leerlingen en hun zorgnoden. De mogelijkheden van deze organisatie zijn eindeloos.